Diagnostisch onderzoek

Tijdens mijn reis om uit te vinden of ASS "het probleem" was, zocht ik erg naar duidelijkheid hoe zo'n onderzoek er dan uit zou moeten zien. 
Helaas kon ik hier niks van vinden en dat gaf mij enorm veel stress.. Wat kan je dan verwachten?

Hieronder wil ik wat informatie geven over hoe zo een test er uit zou kunnen zien. ( dit kan tevens verschillen per organisatie)

Stap 1 : Vermoed jij  dat jij of iemand in jouw omgeving Autisme ook wel ASS genoemd heeft ?
Bel de huisarts, zij zullen dan samen kijken of er ergens een plekje is waar dit onderzocht kan worden!

Stap 2:  Het intake gesprek.
In dit gesprek gaan ze je vragen stellen om te kijken of je vermoedens kloppen. Dit word meestal gedaan aan de hand van een vragenlijst. Op deze vragenlijst staan vaak een aantal criteria waaraan voldaan moet worden.
Een voorbeeld van zo een vraag kan zijn : " waarin loop je vast in het dagelijks leven?" , "heb je cognitieve klachten" etc. De persoon die deze intake afneemt maakt op of je een diagnostisch onderzoek nodig hebt of dat er toch iets anders aan de hand is. Dit zullen ze dan ook met je bespreken. Is dit niet het geval probeer dan te vragen wat de vervolg stappen zijn. Dit geeft je rust in je hoofd.

Stap 3:
Mocht je in aanmerking komen voor een diagnostisch onderzoek autisme is de kans groot dat er meerdere gesprekken/testen plaatsvinden.
Zo wordt er vaak met jou alleen ( tenzij minderjarig) besproken waar je tegen aanloopt. Ook dit gaat vaak aan de hand van een vragenlijst. Dit noemen ze een anamnese.
Hierna volgt er een gesprek met iemand die jou al lang kent en goed uit je vroegere jaren kan vertellen hoe je destijds was. Let OP! Mocht je niemand hebben wordt er altijd naar een passende oplossing gezocht. Dit hoeft je niet af te schrikken.
Dit gedeelte van het onderzoek noemen ze een Hetero anamnese.

Tevens bij mij hebben ze nog een lichamelijk onderzoek gedaan, hierin word je gewicht , gezondheid ( bloeddruk etc) besproken of gemeten.
Dit voor het geval je medicatie nodig hebt.

Stap 4: De anamnese en Hetero anamnese zijn onderdeel van een psychologisch onderzoek. Aan de hand van deze gesprekken kunnen ze vast stellen of je aan alle criteria voldoet voor ASS.
Het onderzoek die hier beschreven wordt noemen ze DSM-5 semi gestructureerd anamnetisch intervieuw.

Stap 5: De psychologen gaan bespreken en kijken of je aan de criteria voldoet, hier gaat vaak nog wel een tijdje overheen. ( een aantal weken)
Mochten ze twijfelen of er misschien ook nog een verstandelijke beperking of achterstand is zou dit opgepakt kunnen worden met een IQ test. Laat ook dit je niet afschrikken het is tenslotte extra hulp bij je problemen. Zo kunnen de problemen op niveau aangepakt worden!

Hierna heb je een afspraak om door te nemen wat de conclusies zijn. Dit word uitgelegd en onderbouwd en er word gekeken naar het vervolg... Wat heb je nu nodig? Dit kan zijn PMT therapie of gesprekken met een psycholoog. Dit is erg persoonsgebonden.


De DMS-5 ziet er als volgt uit : 


Criteriumgroep A: Persisterende deficiënties in de sociale communicatie en sociale interactie in uiteenlopende situaties
Criterium 1: Deficiënties in de sociaal-emotionele wederkerigheid. 

Beperkingen in over en weer gesprekken Lukt het u om een gesprekje over koetjes en kalfjes aan te gaan? Kunt u zo'n gesprekje gaande houden? Kunt u van sociale gesprekken genieten of kost het veel energie? Vraagt u ook door bij iets wat een ander vertelt? Vermijdt u sociale situaties (feestjes, borrels)? Hebt u de neiging om dingen die anderen zeggen letterlijk op te pakken? Gaat u in gesprekken teveel in op details? Geeft dit problemen (vb.)? Aanvoelen en troosten Kunt u andere mensen troosten, kunt u aanvoelen wat een ander prettig vindt en wat niet? Doet u dit op gevoel of beredeneert u dit? Geeft dit weleens problemen? (vb.) Bent u soms te eerlijk, lukt het u om dingen op een tactische manier zeggen? Kwetst u weleens onbedoeld andere mensen? Kunt u hiervan een voorbeeld geven? Delen van interesses, gevoelens of affect Praat u met anderen over uw interesses? Kunt u hierbij aanvoelen wanneer de ander dit prettig vindt en wanneer niet? Deelt u gevoelens met anderen? Krijgt u weleens de opmerking dat u te weinig deelt? Geeft dit problemen? Initiatief tot contact en manier van contact zoeken Hoe vaak neemt u het initiatief tot (1-op-1)contact met anderen? Geeft het weleens problemen dat u weinig initiatief neemt, hebt u daar weleens negatieve feedback over gekregen? (vb.) Voelt u goed aan hoe u andere mensen kunt benaderen? Voelt u aan wat u wel en niet kunt zeggen? Als een ander het initiatief neemt, lukt het u dan om daar adequaat op te reageren?
Criterium 2: Deficiënties in het non-verbale communicatieve gedrag dat gebruikt wordt voor sociale interactie. 
Oogcontact Kijkt u anderen aan en kijkt u dan naar de ogen? Hebt u moeite met het maken van oogcontact? Kunt u inschatten wanneer oogcontact gepast is? Vind u oogcontact prettig? Kunt u informatie halen uit hoe iemand kijkt? Hebt u ooit commentaar gehad over hoe u oogcontact maakt? Hebt u oogcontact maken moeten leren? Zo ja: hoe heeft u dit geleerd? Heeft dit ooit problemen gegeven? (vb.) Lichaamstaal / mimiek Begrijpt u meestal wat andere mensen bedoelen met lichaamstaal zoals gebaren en gezichtsuitdrukkingen? Gebruikt u zelf lichaamstaal in contact met anderen? Krijgt u weleens commentaar dat u moeilijk 'leesbaar' bent in uw gezichtsuitdrukkingen? Geeft dit problemen? Integratie van verbale en non-verbale communicatie Hoe is het voor u als iemand verbaal iets anders zegt dan non-verbaal? Bijvoorbeeld wanneer de gezichtsuitdrukking niet lijkt te passen bij wat diegene zegt? (voorbeeld: als iemand zich groot houdt en zegt dat het goed gaat, terwijl dit niet het geval is) Geeft dit problemen? (vb.)

  Criterium 3: Deficiënties in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties
Ontwikkelen van vriendschappen en relaties Voelde u zich als kind sociaal gezien anders dan anderen? Zo ja: waarom? Voelt u een behoefte aan vriendschappen en een relatie? Lukt het u om zelf vriendschappen te ontwikkelen of moet hierbij het initiatief van de ander komen? Lukt het u om vriendschappen te onderhouden? Kost sociaal contact u veel energie of geeft het juist energie? Moet u bij contact met anderen erg nadenken over wat gepast gedrag is? Geeft dit problemen? (vb.) Hebt u liefst contact met veel jongere of oudere mensen? Zo ja, waarom? Zijn uw vriendschappen vooral gebaseerd op gemeenschappelijke interesses of meer op het delen van emoties en ervaringen? Doet u liever dingen alleen? Hoe vaak ziet u uw vrienden? Aanpassen aan sociale contexten Voelt u aan hoe u zich moet gedragen in bepaalde sociale situaties? Bijvoorbeeld in situaties waarin hiërarchie een rol speelt of tijdens een sollicitatie? Zo nee, leidt dit tot problemen? Kun u uw manier van praten aanpassen aan het niveau van de ander, bijvoorbeeld aan een kind? Geeft dit problemen? (vb.) Fantasiespel Lukte het u als kind om met andere kinderen fantasiespel te spelen? Kon u daarbij goed mee in de fantasie van de ander of moest het vooral op uw manier? Was het echt samenspel of vooral naast elkaar spelen? Taalgebruik in sociale situaties Herkent u het wanneer andere mensen sarcasme of ironie gebruiken? Zo niet, geeft dit problemen? Kunt u een leugentje om bestwil vertellen wanneer dit nodig is? Zo niet, geeft dit problemen?

Criteriumgroep B: Beperkte, repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten
Criterium 1: Stereotiepe of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of spraak. 
Eenvoudige motorische stereotypieën Zijn er bepaalde bewegingen die u vaak en op een dwangmatige manier herhaalt? (Bijvoorbeeld wiegen, rondjes draaien met het lichaam, fladderen met armen en handen, klikken met de vingers). Stereotiepe gebruik van voorwerpen Had u als kind de neiging om speelgoed op een rij te zetten? Hebt u nu de neiging om voorwerpen op volgorde te leggen? Is het voor u belangrijk dat voorwerpen recht liggen of synchroon aan de tafelrand? Geeft dit weleens problemen? Stereotiepe spraak Zijn er bepaalde woorden of zinnen die u altijd, op precies dezelfde manier in bepaalde situaties gebruikt? (vb.) Wat is de reden hiervan? Krijgt u hier weleens commentaar op van anderen? Voelt u aan wanneer u hierin moet variëren? Gebruikt u weleens zinnen van andere mensen omdat u zelf niet goed weet wat u moet zeggen in een bepaalde situatie? Gebruikt u zelfverzonnen woorden of uitdrukkingen? Zegt u vaak 'jij of je' als u het over uzelf hebt? 

Criterium 2: Hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, inflexibel gehecht zijn aan routines of geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag. 

Moeite met veranderingen en overgangen Hebt u (meer dan anderen) moeite met veranderingen? (vb.) Kunt u een voorbeeld geven? Hoe lang heeft u last van deze verandering? Geeft dit problemen? (Vraag naar veranderingen in afspraken, in huis, op het werk, reactie wanneer er onverwacht iemand voor de deur staat). Hebt u moeite met overgangssituaties, bijvoorbeeld seizoenswisseling of verhuizing? Rigide denkpatronen Vindt u het moeilijk om een plan in uw hoofd aan te passen als dit nodig is? Blijft u vaak hangen in een bepaalde gedachte of overtuiging. Vindt u het moeilijk om van uw standpunt af te wijken? Houdt u erg vast aan regels en afspraken? Geeft dit problemen? (vb.) Gedragsrituelen Zijn er dagelijkse gewoontes waar u moeilijk van afwijkt? Doet u bepaalde dingen altijd in dezelfde volgorde, waar anderen meer in variëren? (Vraag bijvoorbeeld naar eetgewoontes, manier van begroeten, volgorde van activiteiten gedurende de dag, patronen mbt kleding, vaste routes, vaste tijden voor eten en andere activiteiten). Geeft het problemen wanneer u hiervan af moet wijken? Op welke manier? Probeert u deze gewoontes ook vast te houden als u op vakantie gaat? Vinden anderen u inflexibel en zo ja, waarom? Moeten anderen zich erg aanpassen aan uw planning
Criterium 3: Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn.

Zeer beperkte of verregaande interesses Verliest u zich gemakkelijk in activiteiten of interesses zoals werk, sport en hobby's? Zeggen anderen weleens dat u teveel tijd besteedt aan bepaalde activiteiten of interesses? Waarom zeggen ze dat? Was dit vroeger ook al het geval? Hoeveel tijd besteedt u per dag aan deze interesse/activiteit? Houdt u informatie bij over bepaalde onderwerpen? Hebt u verzamelingen? Bent u hier intensiever mee bezig dan andere mensen met hun verzameling? Moet uw verzameling compleet zijn en hoe ver gaat u hierin? Gaan er weleens andere dingen mis doordat u zich zo in uw interesse verliest? Bijvoorbeeld doordat u niet op tijd eet, afspraken vergeet, te laat naar bed gaat of op een andere manier niet goed voor uzelf zorgt? Vindt u het lastig om gestoord te worden als u met uw interesse bezig bent? Zo ja, waarom? Geeft dit problemen? Gehechtheid aan of preoccupatie met ongewone voorwerpen Hebt u hobby's
Criterium 4: Hyper- of hyporeactiviteit op zintuiglijke prikkels of ongewone belangstellingen voor de zintuiglijke aspecten van de omgeving.

Horen Stoort u zich sneller aan geluiden dan anderen? (vb.) Geeft dit problemen (bijv. met concentreren)? Vermijdt u hierdoor situaties, gebruikt u oordoppen of andere hulpmiddelen? Zien Hebt u weleens last van visuele prikkels zoals licht of bepaalde kleuren of patronen? Geeft dit problemen? Vermijdt u hierdoor visuele prikkels en zo ja, hoe? (gordijnen gesloten houden, etc). Voelen/tast Vindt u aanrakingen vaak onprettig? Bent u overgevoelig voor hoe dingen aanvoelen op de huid (zoals bepaalde stoffen)? Vermijdt u hierdoor situaties? Geeft deze gevoeligheid weleens problemen? (vb.) Ruiken Hebt u weleens last van geuren? Geeft dit problemen? Vermijdt u bepaalde situaties omdat u de geur onprettig vindt? Proeven Bent u gevoelig voor hoe dingen smaken of aanvoelen in de mond? Geeft dit problemen, bijvoorbeeld bij uit eten gaan? Vermijdt u hierdoor bepaalde situaties? Ondergevoeligheid voor prikkels Voelt u pijn en signalen van ziekte (koorts) goed aan? Zo nee: geeft dit problemen (bijv. over grenzen gaan)? Hebt u een normale gevoeligheid voor kou en warmte? Geeft dat weleens problemen? Voelt u het goed aan wanneer u honger of dorst hebt en wanneer u verzadigd bent? Zo nee: geeft dit problemen? Ongewone belangstelling voor prikkels Bent u gefascineerd door bepaalde prikkels zoals geuren of hoe dingen voelen? Hoe uit zich dat? 

(C) De symptomen moeten aanwezig zijn in de vroege ontwikkelingsperiode (maar kunnen soms pas volledig manifest worden wanneer de sociale eisen de begrensde vermogens overstijgen, of kunnen worden gemaskeerd door op latere leeftijd aangeleerde strategieën). 

 (D) De symptomen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of het functioneren op andere belangrijke terreinen. 

 (E) De symptomen kunnen niet beter worden verklaard door een verstandelijke beperking of een globale ontwikkelingsachterstand.


Aan de hand van de anamnese en hetero anamnese worden deze onderwerpen uitgebreid beoordeeld. Dit is echter mijn ervaring dus het kan zijn dat er in jouw geval een andere methode gebruikt word. Dit is een voorbeeld van hoe het eruit kan zien!